“In de zomer naar het zuiden trekken wordt onhoudbaar”, kopt deze krant (DS 29 juli). steeds meer Belgen op reis in Zuid-Europa worden er ziek door de aanhoudende hitte. De suggesties die we krijgen om daarmee om te gaan, zijn misschien wel symptomatisch voor hoe we als samenleving de klimaatontwrichting mateloos onderschatten.

Het advies luidt: vanaf nu op vakantie gaan naar Noord-Europese landen, of de lange schoolvakantie opknippen en verschuiven naar juni of september, dan is het nog wel aangenaam toeven in Zuid-Europa. Waar ik dan al meteen aan blijf haken: wat moeten de inwoners van Zuid-Europa dan doen bij die verschroeiende temperaturen? Daar vernemen we weinig over. Reikt onze sympathie met hen maar zo ver als aangenaam vakantieweer het toelaat? En wat als zij dat advies zelf opvolgen en om de hitte te ontlopen, massaal naar onze streken komen als toerist, met als gevolg overvolle treinen en wegen, en ontploffende huurprijzen van woningen overgenomen door Airbnb?

Controledenken

De gedachteloosheid waarmee we met de klimaatontwrichting omgaan is ronduit stuitend. We miskennen niet alleen de urgentie (klimaatwetenschappers zijn de laatste tijd uiterst bezorgd over de versnelling waarmee de klimaatontwrichting zich ontvouwt), we blijven vooral reageren vanuit het moderne controledenken dat onze samenleving domineert. Oké, het klimaat verandert, zo luidt de inschatting, maar we zullen ons wel stap voor stap kunnen aanpassen. We hebben dat in de hand, we kunnen dat managen.

Daaruit volgt de logica van het volgende voorstel van de woordvoerder van Europ Assistance, vermeld in het stuk. Verschuif de schoolvakantie, laat kinderen naar school gaan tijdens de hete zomermaanden en installeer airconditioning op school, “ook al is dat ook niet goed voor het klimaat”. Zo kunnen we met het kroost op vakantie naar het zuiden in mei-juni of september-oktober.

Nu zijn er heel wat uitstekende pedagogische redenen om de lange schoolvakantie in de zomermaanden in te korten, maar het toerisme optimaliseren, lijkt me toch geen goed argument. Het is ook geen toeval dat de voorstellen komen met deze onvermijdelijke toevoeging: “We willen geen paniek zaaien.” Stel je voor, alarmistisch doen over het klimaat, dat past niet bij de moderne illusie van de aarde als een machine – als we aan de juiste knoppen draaien, dan komt alles in orde.

Dat alles veronderstelt dat klimaatontwrichting een geleidelijk en voorspelbaar proces is, waarbij we – als we de nodige aanpassingen doen – alles wel onder controle houden en er weinig echt ergs te verwachten valt. Daarbij hoort het simplistische beeld van opschuivende klimaatregio’s: we krijgen het aangename weer van pakweg Bordeaux of Barcelona, in Noorwegen mogen ze Belgisch weer verwachten.

Daar zit wel een grond van waarheid in, maar dat beeld gaat volledig voorbij aan de extremen die een complex systeem als het klimaat vertoont zodra het uit evenwicht raakt. En die extremen – een halfjaar geen regen, bijvoorbeeld, of in één dag evenveel regen als anders in een halfjaar – kunnen essentiële systemen in onze samenleving ontregelen.

Alarm!

Tijdens de corona­crisis is gebleken hoe weinig veerkracht onze samenleving bezit om met schokken om te gaan. Extreme hitte kan ertoe leiden dat in West-Europa rivieren opdrogen en kerncentrales worden stilgelegd, waardoor de economie stilvalt. Een extreme waterbom kan een heel jaar werk van boeren in een oogwenk vernietigen, waardoor inkomen en oogst verloren gaan.

Het gaat ook niet alleen over het extreme gedrag van een systeem dat uit balans wordt geduwd. Het wordt onherroepelijk als een systeem kantelt naar een nieuw evenwicht. Dat kan gebeuren met de Golfstroom in de oceanen, waaraan we onze erg gematigde winters danken. West-Europese winters zonder de Golfstroom, dan spreek je over een gemiddelde temperatuurdaling van meer dan tien graden Celsius, maandenlang een dagtemperatuur onder nul en bakken sneeuw. Landbouw, zoals we die nu bedrijven, wordt dan onmogelijk volgens sommige wetenschappers.

Als dat gebeurt, zullen we terugkijken op de coronacrisis als een akkefietje. Vorige maand nog verscheen een nieuwe studie die alle alarmen zou moeten doen afgaan. De onderzoekers zien de oceaanstromingen waar de Golfstroom onderdeel van uitmaakt, instorten rond 2050, met een kans van meer dan 50 procent dat het nog veel eerder gebeurt.

Misschien kun je er nog begrip voor opbrengen dat een verzekeraar van Europ Assistance zo gematigd praat over de klimaatontwrichting. Het lijkt logisch dat je je klanten, in dit geval reizende toeristen, niet voor het hoofd wilt stoten. Maar rapporten van andere verzekeringsbedrijven liegen er niet om. En dan gaat het niet alleen om wijken in Californië die door het toenemende risico op bosbranden niet langer verzekerbaar zijn. In Nederland hebben banken en verzekeraars dit voorjaar nog eens gewaarschuwd voor de impact van de klimaatontwrichting. Ze pleiten voor preventie – zeg maar sterk en ambitieus beleid dat de klimaatontwrichting maximaal tegenhoudt – anders wordt ongunstig gelegen huizen verzekeren onbetaalbaar.

Hopelijk houden ook de regeringsonderhandelaars in eigen land rekening met wat de klimaatwetenschap ons voorhoudt. Want hoezeer ik ook iedereen een fijne vakantie toewens, bij wat er op het spel staat, verdwijnen onze toeristische reizen, net als de gletsjers in de bergen, als sneeuw voor de zon.

Deze tekst verscheen als opiniestuk in De Standaard op 1 augustus 2024.